Vlag

 

Voor het uitsteken van de vlag vanaf rijksgebouwen is door de minister-president in 2005 een vlaginstructie vastgesteld. Deze vlaginstructie geldt ook voor lokale overheden. Voor particulieren en private instellingen bestaat een dergelijke instructie niet, maar desgevraagd wordt hen geadviseerd deze vlaginstructie te volgen. Het uitsteken van de vlag gebeurt op de onderstaande dagen (als deze dag op een zondag valt, dan geldt de datum tussen haakjes):

31 januari (1 februari) Verjaardag van de Prinses Beatrix
27 april (28 april) Verjaardag van de Koning
4 mei (4 mei) Nationale dodenherdenking; halfstok vlaggen vanaf 18.00 uur tot zonsondergang
5 mei (5 mei) Nationale bevrijdingsdag
17 mei (18 mei) Verjaardag Koningin Maxima
15 augustus (16 augustus) Formele einde Tweede Wereldoorlog
3e dinsdag van september Prinsjesdag (LET OP: alleen in Den Haag)
7 december (8 december) Verjaardag Prinses Catharina-Amalia
15 december (16 december) Koninkrijksdag

Op Koningsdag en op de bovengenoemde verjaardagen van de leden van het Koninklijk Huis wordt de vlag uitgestoken met oranje wimpel. Bij alle andere gelegenheden wordt de vlag zonder oranje wimpel gevoerd.

Bij bijzondere gebeurtenissen in het Koninklijke Huis (zoals geboorte, huwelijk en overlijden) kan er een speciale regeling afgekondigd worden.

Tijdens officiƫle inkomende bezoeken van staatshoofden wordt alleen gevlagd in de plaatsen die worden bezocht.


Hoe gebruik ik de Nederlandse vlag?

De Nederlandse vlag is het symbool van de eenheid en de onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De vlag behoort overal waar zij op het Nederlands grondgebied wordt ontplooid, de ereplaats te hebben. Bij de Nederlandse vlag gaat het om traditie, wellevendheid en etiquette.
Met symbolen van de Staat ga je daarom eerbiedig, fatsoenlijk en netjes om.

De kleuren van de Nederlandse vlag zijn helder vermiljoen, helder wit en kobalt blauw. Een vlag moet schoon zijn en er behoort geen versiering of andere toevoeging te worden aangebracht. Een verkleurde of versleten vlag steken wij niet uit.

De vlag dient gehesen te worden aan een stok, waarvan de lengte zodanig is, dat de vlag (als zij halfstok is bevestigd) nimmer de grond raakt of het verkeer kan hinderen. Nederlandse of buitenlandse vlaggen behoren niet tussen zonsondergang en zonsopgang gehesen te worden of te blijven.

Ten teken van rouw wordt de vlag half stok gehesen. Hierbij wordt eerst de vlag tot de top gehesen, waarna ze langzaam wordt neergehaald totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen, waarna de vlaggenlijn wordt vastgebonden.
De vlag mag nooit de grond raken of ergens tegenaan slaan. Dreigt dit te gebeuren, dan dient de vlag met de uiterste blauwe punt aan de vlaggenlijn te worden vastgebonden.
Bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam in top gehesen en vervolgens op de zelfde wijze neergehaald.

Alleen daar waar een officiƫle herdenking plaatsvindt wordt de vlag na het spelen van het Volkslied langzaam en statig in top gehesen.
Op alle andere plaatsen blijft de vlag halfstok.

 

(bron: RVD)